Het RESILIENCE-project richt zich op een nieuwe behandelingstechniek die ervoor kan zorgen dat hartschade minder vaak voor zal komen als gevolg van een behandeling van kanker met chemotherapie.
Volgens de Wereldgezonheidsorganisatie (WHO) zal het aantal nieuwe gevallen van kanker de komende 20 jaar naar verwachting met ongeveer 70% stijgen. De helft van degenen bij wie kanker wordt vastgesteld zal tenminste tien jaar overleven en dit overlevingspercentage van kankerpatiënten zal in de toekomst toenemen.
Ischemische pre-conditionering op afstand is een behandeling waarbij de doorbloeding in een bepaald orgaan, bijvoorbeeld een arm, korte tijd onderbroken wordt om daarmee andere organen te beschermen tegen schade. Ischemische pre-conditionering op afstand zullen we in de verder informatie afkorten als RIC.
We zijn onderdeel van een multidisciplinair consortium, waarin verschillende belanghebbenden met elkaar samenwerken, van wetenschappers tot de industrie, en van zorgverleners (artsen en verpleegkundigen) tot patiënten.
MRI van het hart (of hart magnetische resonantie scan, afgekort HMR) is een afbeeldingstechniek die werkt zonder straling, en wordt beschouwd als de gouden standaard voor de beoordeling van de anatomie, functie en zelfs weefselsamenstelling van het hart.
Multinationale, prospectieve, haalbaarheidsstudie, dubbelblinde, gerandomiseerde klinische studie om de werkzaamheid en veiligheid van ischemische pre-conditionering op afstand te onderzoeken bij lymfoompatiënten die anthracyclines krijgen.
We werken met een multidisciplinair consortium, waar verschillende belanghebbende van dit proces deel van uitmaken, van wetenschappers tot de industrie, en van zorgverleners (artsen en verpleegkundigen) tot patiënten. RESILIENCE is een patiëntgerichte onderneming, waarbij ze een sleutelrol spelen in de ontwikkeling van het project, in nauwe samenwerking met zorgverleners (artsen en verpleegkundigen), wetenschappelijke verenigingen en de industrie. De belangenbehartiging van patiënten zal centraal staan gedurende de looptijd van het project
De directeur van het CNIC, Dr. Valentín Fuster, is een vooraanstaand cardiovasculair onderzoeker en een wereldberoemde cardioloog. CNIC werd door de Spaanse regering drie keer (2011, 2015 en 2020) onderscheiden met de onderscheiding “Severo Ochoa” als erkenning voor zijn toonaangevende internationale positie in cardiovasculair onderzoek.
Het CNIC kan bogen op een flexibele managementstructuur die training en de uitwisseling van ideeën en expertise bevordert, evenals een uitstekende moderne infrastructuur van technische en ondersteunende diensten. Belangrijk om te vermelden is dat CNIC wordt gefinancierd door een innovatieve samenwerking tussen de overheid en een particuliere partner, de Pro-CNIC Stichting. Deze samenwerking zorgt niet alleen voor extra financiële zekerheid, maar ook voor uitgebreide zakelijke en managementexpertise van enkele van de meest vooraanstaande Spaanse bedrijven. Bovendien profiteert CNICvan externe ondersteuning en advies van zijn Wetenschappelijke Adviesraad, bestaande uit vooraanstaande internationale experts. Zij geven advies over strategie en werving en beoordelen regelmatig de prestaties van het CNIC.
Het CNIC kan bogen op een flexibele managementstructuur die training en de uitwisseling van ideeën en expertise bevordert, evenals een uitstekende moderne infrastructuur van technische en ondersteunende diensten. Belangrijk om te vermelden is dat CNIC wordt gefinancierd door een innovatieve samenwerking tussen de overheid en een particuliere partner, de Pro-CNIC Stichting. Deze samenwerking zorgt niet alleen voor extra financiële zekerheid, maar ook voor uitgebreide zakelijke en managementexpertise van enkele van de meest vooraanstaande Spaanse bedrijven. Bovendien profiteert CNICvan externe ondersteuning en advies van zijn Wetenschappelijke Adviesraad, bestaande uit vooraanstaande internationale experts. Zij geven advies over strategie en werving en beoordelen regelmatig de prestaties van het CNIC.
Het CNIC-gebouw heeft een totale vloeroppervlakte van 28.144 m2 en biedt plaats aan 383 wetenschappers (waarvan 60% vrouwen). CNIC behoort tot de Spaanse centra met de grootste 7 opleidingscapaciteit en is opgezet om de samenwerking tussen fundamentele en klinische onderzoekers te maximaliseren en om netwerken met ziekenhuizen aan te moedigen. Er zijn 32 onderzoeksgroepen (7 onder leiding van artsen) verdeeld over 5 programma’s: (1) nieuwe mechanismen van aderverkalking; 2) Myocardiale homeostase & hartletsel; 3) Cardiovasculaire regeneratie; 4) Nieuwe aritmogene mechanismen; 5) Cardiovascualaire risicofactoren & cognitieve functie.
CNIC is uitgerust met de nieuwste generatie technologische apparatuur. Het grootste deel van het gebouw wordt gebruikt voor laboratoria die zijn uitgerust met diensten en faciliteiten die nodig zijn om hoogwaardig biomedisch onderzoek uit te voeren in een open omgeving, die maximale samenwerking en communicatie tussen onderzoeksgroepen bevordert. Kernfaciliteiten omvatten proteomics, genomica, dierfaciliteiten, microscopie, cytometrie, dynamische en kwantitatieve microscopie, genetische targeting en celkweekruimtes.
CNIC beschikt over uitstekende geavanceerde beeldvormingstechnologie, met onafhankelijke faciliteiten voor klinische beeldvorming (digitale 3T magnetische resonantie beeldvorming, hybride PET/CT, ultrasone apparatuur), beeldvorming van grote dieren (digitale 3T MRI, hybride PET/CT, optische coherentietomografie, ultrasone apparatuur), en beeldvorming van kleine dieren (7T MRI, microPET/CT, hoogfrequente echografie, optische en fluorescentiebeeldvorming). CNIC is door de overheid erkend als een uniek nationaal wetenschappelijk en technisch infrastructureel centrum, dat zich inzet voor overdracht en behoud van kennis, technologie en innovatie (http://www.redib.net/)-
CNIC telt 31 onderzoeksgroepen en heeft deelgenomen aan 34 projecten gefinancierd in het kader van KP7 en 23 in het kader van H2020 (meer dan 30 projecten zijn momenteel actief). Deze deelname omvat 11 ERC-subsidies en 21 Marie Curie-acties.
Technologieoverdracht is belangrijk voor CNIC. De CNIC-octrooiportfolio bestaat momenteel uit 18 octrooifamilies, waarvan 4 onder licentie. In 2018 heeft CNIC 7 octrooiaanvragen ingediend en is 2 nieuwe privaat-publieke samenwerkingen met de industrie aangegaan. In 2020 publiceerden de onderzoekers van CNIC 289 documenten (80% artikelen), en meer dan de helft daarvan waren door CNIC geleide publicaties. Een aanzienlijk deel is gepubliceerd in toptijdschriften (IF>10).
CNIC is zeer sterk betrokken bij klinisch onderzoek en coördineert momenteel meer dan 10 gerandomiseerde klinische studies, waaronder de door H2020 gefinancierde SECURE-studie, en de grootste studie in Europa naar de rol van βblokkers bij myocardinfarct ( de REBOOT- studie, waarin 8500 patiënten zullen worden geincludeerd door meerdere EU-landen). Sommige door CNIC geleide onderzoeken hebben de aanbevelingen en richtlijnen voor de klinische praktijk veranderd (zoals FOCUS-onderzoek en METOCARD-CNIC-onderzoek).
Vanwege de actieve deelname en leiderschap in klinische studies, lanceerde CNIC in 2018 een Clinical Trials Coordination Unit (CTCU) dat optreedt als academische CRO, niet alleen voor studies geleid door CNIC, maar ook voor niet-industriële studies met doelen die zijn afgestemd op de missie van CNIC. Dankzij de CTCU neemt CNIC een toonaangevende positie in als Europees centrum op het gebied van klinische studies.
Amsterdam UMC verzorgt hematologische consultaties voor een groot aantal ziekenhuizen in Nederland en is voor deze ziekenhuizen het verwijscentrum voor tertiaire zorg. De missie van de afdeling hematologie is om meer kankerpatiënten te genezen met minder toxische en meer gerichte behandelingen.
Prof.dr.ir. Kersten en dr. Chamuleau, beiden werkzaam op de afdeling Hematologie van Amsterdam UMC, zijn covoorzitter en secretaris van het bestuur van de HOVON-lymfoomgroep. Prof. Kersten is voorzitter van het HOVON/LLPC fase I/II consortium en is ook betrokken bij het BETER-consortium, dat zich richt op het verbeteren van de (na)zorg voor overlevers van Hodgkin lymfoom. Ze is tevens een van de projectleiders van het KWF-project ”Onderzoek naar cardiotoxiciteit en risico op tweede kanker na behandeling van agressief B-cel Non HodgkinLymfoom” (747.568€), met als doel het vaststellen van het risico op hartschade van de R-CHOP behandeling door zowel een retrospectieve analyse als een prospectieve cross-sectionele case-control studie uit te voeren bij met R-CHOP behandelde patiënten en hun broers en zussen. Dit project zal belangrijke gegevens opleveren over het werkelijke risico op hartschade en aanvullende risicofactoren voor hartschade van met R-CHOP behandelde patiënten.
Het ESC verenigt nationale hartverenigingen van over de hele wereld, waaronder 57 landen uit de EU en het Middellandse-Zeegebied. Dit unieke netwerk stelt de ESC in staat de gevolgen van hart- en vaatziekten te begrijpen en de wetenschap op het gebied van cardiologie verder te ontwikkelen.
De missie van het ESC is om de last van hart- en vaatziekten te verminderen. Het doet dit door:
Onderzoek: het ESC maakt gebruik van onbevooroordeelde, real-life gegevens die laten zien wat er vandaag de dag in de cardiologie gebeurt. Het ESC draagt bij aan de ontwikkeling, innovatie en beheer van cardiovasculaire onderzoeksprogramma’s van wereldklasse op het gebied van cardiovasculaire gezondheid. Het voert onderzoek uit en maakt gebruik van expertise van institutionele leden van het ESC en internationale netwerken, waaronder 21 Registries, met 150.000 patiënten in 89 landen. De ‘ESC Atlas of Cardiology’ verzamelt gegevens van meer dan 40 zorginstellingen. Het belicht de hiaten en ongelijkheden in de cardiovasculaire geneeskunde van nu en is een waardevol instrument in het Advocacy-programma van het ESC. Het ESC is ook betrokken bij tal van door de EU gefinancierde onderzoeksprojecten en verstrekt subsidies aan personen om excellentie in onderzoek te ondersteunen.
Betrokkenheid van patiënten: in 2018 heeft het ESC het Patiëntenforum opgericht om professionals en patiënten te laten samenwerken om een zinvolle bijdrage te leveren aan alle doelstellingen van het ESC, van de congressen en educatieve middelen tot ESC-richtlijnen en belangenbehartiging. Het brengt 25 patiënten uit 11 landen in heel Europa samen. Iedere patiënt heeft persoonlijk ervaring met cardiovasculaire aandoeningen.
Deze instelling is ook een door de regionale gezondheidsautoriteiten gecertificeerd Health Research Institute, met een onderzoeksgebied gericht op kanker en lymfoom. Dit is de eerste instelling in Madrid en de tweede in Spanje met een multidisciplinaire lymfoom afdeling, in het Oncohealth Institute, het integraal kankercentrum van het Universitair Ziekenhuis Fundacion Jimenez Diaz. Dit multidisciplinaire team bestaat uit leden van de afdelingen Hematologie (onder leiding van Raul Cordoba, MD, PhD), Pathologie, Verpleegkunde, Radiologie, Nucleaire geneeskunde, Farmacie, Geriatrie en Dermatologie.
Op deze lymfoom afdeling worden twee multidisciplinaire programma’s uitgevoerd: het programma geriatrische hematologie in samenwerking met geriatrie om de behandeling van ouderen met lymfoom aan te passen; en het programma Cardio-Oncologie, in samenwerking met de afdeling Cardiologie, om cardiovasculaire bijwerkingen bij patiënten met kanker te monitoren.
De visie van Aarhus University voor 2025 zal worden gerealiseerd door te focussen op strategische verbintenissen zoals: het bevorderen van onderzoeksdoorbraken en kennis door vrij en onafhankelijk onderzoek van de hoogste internationale kwaliteit, het stimuleren van innovatie bij bestaande bedrijven en startups, zowel in de publieke als de private sector, door samenwerking met interne en externe partners; meer talent en kennis uitwisselen, zowel op lokaal, nationaal als mondiaal niveau.
Binnen de faculteit Gezondheid is de afdeling Klinische Geneeskunde een afdeling, die zowel fundamenteel gezondheidswetenschappelijk onderzoek als klinisch onderzoek uitvoert binnen alle medische specialismen, samen met het Aarhus Universitair Ziekenhuis en de regionale ziekenhuizen in Midden-Denemarken. Haar onderzoeksactiviteiten worden uitgevoerd in samenwerking met internationaal gerenommeerde onderzoekers in zowel Denemarken als in het buitenland.
Kerncijfers: 1) Circa 30.000 vierkante meter onderzoeksfaciliteiten; 2) Ca. 2.100 publicaties per jaar; en 3) Onderzoeksomzet: ca. 600 miljoen DKK (externe financiering is goed voor 60%). Met betrekking tot onderzoeksfaciliteiten wordt er gewezen op de aanwezigheid van:
Binnen de afdeling Cardiologie is er veel belangstelling voor de rol van ischemische pre-conditionering bij orgaanbescherming. De onderzoeksgroep “Cardioprotection and myocardial metabolisim”, geleid door Prof. Botker, is een translationele en klinische onderzoeksgroep binnen die afdeling. Men gebruikt kleine en grote proefdieren om te onderzoeken hoe het metabolisme werkt bij de bescherming van het hart tegen ischemie/reperfusieschade, en vertaalt dit vervolgens naar studies bij mensen. De groep heeft verschillende gerandomiseerde klinische onderzoeken geleid die het effect van RIC bij acuut myocardinfarct, beroerte en andere acute aandoeningen hebben onderzocht.
IPOL is het grootste Portugese kankercentrum met een invloedsgebied van bijna vier miljoen mensen (Zuid-Portugal en de eilanden Madeira en de Azoren). IPOL behandelt meer dan 6.000 nieuwe gevallen per jaar en is momenteel verantwoordelijk voor de nazorg van meer dan 57.000 patiënten. Het onderzoekscentrum van IPOL coördineert een ondersteunende (tumorbiobank) en vijf functionele bedrijfsonderdelen (basis/translationeel, klinisch en epidemiologie). Ze richten zich vooral op twee belangrijke onderzoeksgebieden: agressieve tumoren en kankerrisico. Daarnaast houden ze zich bezig met kankerregistraties in de bevolking, epidemiologische studies en klinische studies. De ontwikkeling van activiteiten op het gebied van fundamenteel en toegepast onderzoek in de oncologie is gebaseerd op samenwerking met nationale en internationale instellingen en op geavanceerde training van gezondheids- en onderzoeksprofessionals.
De expertise van IPOL’s onderzoeksgroepen op het gebied van genetica, cel- en moleculaire biologie, diermanipulatie en patiëntgerichte klinische praktijk, ondersteund door gemoderniseerde onderzoeksinfrastructuren en apparatuur, garandeert een continue ontwikkeling van onderzoeksprojecten die steeds grotere maatschappelijke uitdagingen aanpakken. Sinds 2013 is IPOL een van de oprichters van het onderzoeksconsortium iNOVA4Health (www.inova4health.com) samen met iBET (Instituto de Biologia Experimental e Tecnológica), Centre for the Studies of Chronic Diseases (CEDOC) en ITQB (Instituto Tecnológico de Química e Biologia ) beide van de NOVA Medical School. Het belangrijkste doel van dit consortium is het bereiken van de top in translationele geneeskunde, waardoor de onderzoeksgebieden en toepassingen van IPOL worden vergroot.
De afdeling Hematologie van IPOL is een referentiecentrum voor de diagnose en behandeling van hematologische maligniteiten in Portugal. Van de ongeveer 1.000 nieuwe patiënten die hier per jaar worden gezien, zijn 50% patiënten met lymfomen. Het centrum heeft ruime ervaring en expertise in de eerstelijns behandeling en behandeling van patiënten met een recidief, waaronder chemotherapie, immunotherapie en autologe en allogene stamceltransplantatie. Het team heeft ook ervaring met klinisch onderzoek en neemt regelmatig deel aan fase 2 en fase 3 onderzoeken op het gebied van lymfomen. Deze onderzoeksactiviteiten worden gedaan met de steun van de Clinical Trial Unit van het ziekenhuis. De CTU ondersteunt projectontwikkeling, coördinatie, beheer en statistische analyse, evenals de indiening en goedkeuringstaken. De afdeling Hematologie is onderdeel van het onderzoekscentrum van het ziekenhuis, met ervaring in het coördineren van onderzoeksprojecten.
Een belangrijk onderdeel van de reguliere patiëntenzorg voor lymfoom is de monitoring en behandeling van late bijwerkingen van de kankerbehandeling, waaronder cardiovasculaire bijwerkingen en het ontstaan van een tweede kanker. Monitoren van hartschade in het kader van dit project zal gedaan worden door de projectteamleden van Hospital da Luz.
Binnen het klinische onderzoeksveld voor lymfomen werkt het centrum nauw samen met academische samenwerkingsgroepen, waaronder de Lymphoma Study Association, LYSA (een actief lid van deze groep), de European Hematology Association – Lymphoma Study Group (EHA LyG), de European Mantle Cell Network (EMCN) en de EORTC. Ook neemt het deel aan translationele projecten, klinische studies en observationele studies. Op dit moment start het centrum een project voor de validatie van EORTC Quality of Life vragenlijsten bij Portugese lymfoompatiënten in het QUALITOP-project, een multidisciplinair, Europees samenwerkingsproject gericht op het monitoren van multidimensionale aspecten van kwaliteit van leven na kankerimmunotherapie, dat in 2019 werd gefinancierd door het Horizon 20/20-programma.
Philips maakt gebruik van geavanceerde technologie en diepgaande klinische en consumenteninzichten om geïntegreerde oplossingen te leveren.
Het bedrijf, met hoofdkantoor in Nederland, is een leider op het gebied van diagnostische beeldvorming, beeldgeleide therapie, patiëntbewaking en gezondheidsinformatica in consumentengezondheid en thuiszorg. Philips realiseerde in 2018 een omzet van 18,1 miljard euro en heeft ongeveer 77.000 medewerkers in dienst met verkoop en service-diensten in meer dan 100 landen.
Philips Healthcare is een van de belangrijkste internationale industrieën die medische beeldvormingsapparatuur ontwikkelt. In het RESILIENCE project is de afdeling MR Clinical Science van Philips Medical Systems Nederland B.V. in Best, Nederland betrokken. De afdeling heeft toegang tot meerdere 1.5T en 3T MRI-scanners en heeft grote internationale klinische gebruikersnetwerken in meerdere klinische domeinen (neuro, onco, cardiovasculair, musculoskeletaal). De afdeling heeft ruime ervaring en expertise in MR-beeldvorming en beeldanalyse en is betrokken geweest bij meerdere door de EU gefinancierde onderzoeksprojecten.
Bij de Universiteit van Düsseldorf (DUS) is de afgelopen jaren sterk ingezet op nationale en internationale samenwerkingsprojecten. Verschillende, zeer gerenommeerde cardiovasculaire samenwerkingsnetwerken zijn opgericht en actief. Dit omvat het eerdere Collaborative Research Center (CRC) 612 (“Molecular analysis of myocardial function and dysfunctie“; Woordvoerder: Prof. Schrader), dat belangrijke input leverde op het gebied van diermodellen, muisfunctionele en metabolische beeldvorming (bijv. met MRI), de CRC 1116 (“Master switches in cardiale ischemie“;Chairmen: Profs. Fischer, Kelm, Goedecke), die momenteel het kader biedt voor onderzoek naar moleculair infarcten, waarbij wordt gekeken naar de invloed op bijkomende aandoeningen en het metabolisme van de hartspier, de IRTG 1902 (“Intra- en Interorgaan-communicatie van het cardiovasculaire systeem”; voorzitters: profs. Gödecke en Leitinger) en de onlangs opgerichte CRC “transregio” TR259 met de universiteiten van Keulen en Bonn over aortaziekte (voorzitters: profs. Nickenig, Kelm en Baldus).
Alle cardiovasculaire afdelingen en instituten op de campus zijn verenigd in een unieke structuur (het Cardiovascular Research Institute Düsseldorf, CARID, voorzitter: Prof. Kelm) die het interdisciplinair cardiovasculair onderzoek in Düsseldorf ondersteunt, versterkt en intensiveert. De teamleden van het voorgestelde onderzoeksinitiatief in Düsseldorf zijn betrokken bij de bovengenoemde projecten (bijv. Kelm, Jung, Bönner) en leveren expertise aan cardiovasculair onderzoek: van fundamenteel onderzoek bij muizen (CRC 1116 B06, B12; TR259 B03 ) en varkens (BO-4264/1-1) tot translationeel onderzoek bij mensen met een technische focus op cardiovasculaire magnetische resonantie (CMR).
Cardiovasculair en oncologisch onderzoek is een aandachtsgebied van de Universiteit van Düsseldorf bij zowel basis- als klinische en translationele wetenschappen. Professor Kelm was verantwoordelijk voor de Duitse aanbevelingen naar aanleiding van de cardio-oncologische aanbevelingen van de Europese Vereniging van Cardiologie (Der Kardiologe 2018 volume 12, pagina’s 19-25). Talloze andere initiatieven hebben Düsseldorf tot een toonaangevende onderzoeksfaculteit in cardiovasculaire geneeskunde gemaakt.
Ons centrum bevordert de geïntegreerde zorg voor patiënten bij screening, vroege diagnose, nazorg na de behandeling en individuele ondersteuning van patiënten. Onderzoek is een van de belangrijkste missies van ons centrum, zodat patiënten kunnen profiteren van diagnostische en therapeutische innovaties in alle disciplines die betrokken zijn bij de behandeling van kanker.
Binnen het Henri Becquerel Antikankercentrum is onze afdeling hematologie een dienst van 50 ziekenhuisbedden (waarvan 20 bedden op de hematologische intensive care) en 18 plekken voor dagbehandeling. We maken deel uit van het UNICANCER- een netwerk van kankercentra in Frankrijk (met meer dan 250 lopende klinische onderzoeken die worden gesponsord door de FCCC; 18% van de patiënten in de FCCC die deelnemen aan een klinische studie), en zijn lid van de “LYSA” group (lymfoomstudievereniging), een internationaal gerenommeerde academische groep op het gebied van lymfoom.
We hebben ook een INSERM-onderzoeksteam (UMR INSERM 1245) onder leiding van Pr. JARDIN, dat zich toelegt op onderzoek op het gebied van genetica en biomarkers van lymfoïde maligniteiten. We nemen deel aan tal van therapeutische klinische onderzoeken van alle fasen, academische en industriële, bij alle hematologische ziektebeelden. Ons centrum is INCa-geassocieerd (Frans Nationaal Kankerinstituut) en is erkend voor uitvoering van klinische onderzoek in de vroege fase.
Het consortium omvat 11 onderzoeksgebieden, waaronder hart- en vaatziekten (CIBERCV), bio-engineering, biomaterialen en nanogeneeskunde (CIBERBBN), geestelijke gezondheid (CIBERSAM), leverziekten (CIBEREHD), diabetes en metabole ziekten (CIBERDEM), zeldzame ziekten (CIBERER), ademhalingsziekten (CIBERES), Volksgezondheid en Epidemiologie (CIBERESP), Obesitas en Metabole Ziekten (CIBEROBN), Kanker (CIBERONC), Broosheid en gezond ouder worden (CIBERFES). CIBER is daarmee het grootste onderzoeksnetwerk in Spanje.
CIBER telt met meer dan 800 toegewijde medewerkers en 6.000 geassocieerde onderzoekers geïntegreerd in meer dan 400 toonaangevende onderzoeksgroepen. Dankzij deze netwerkstructuur is CIBER in staat om meer dan 100 verschillende geassocieerde instellingen samen te brengen, waaronder ziekenhuizen, onderzoekscentra, technologiecentra, particuliere instellingen en universiteiten, die vanwege hun uitmuntendheid lid zijn van het CIBER-consortium.
CIBERCV houdt zich bezig met hart- en vaatziekten. CIBERCV focust zich op de volgende doelstellingen: het faciliteren en bevorderen van gezamenlijke samenwerkingen tussen fundamentele, klinische en epidemiologische onderzoekers; het stimuleren van gezamenlijk gebruik van geavanceerde technologische faciliteiten; het toepassen van onderzoeksresultaten in de klinische praktijk en het opleiden van een nieuwe generatie translationele cardiovasculaire onderzoekers in Spanje. Op dit moment bestaat CIBERCV uit 40 onderzoeksgroepen en is de onderzoeksstrategie gebaseerd op deze 4 onderzoeksprogramma’s, waar RESILIENCE prima inpast:
Learning Health heeft tot doel het genereren en verspreiden van kennis, technologieën en vernieuwende werkwijzes in de gezondheidszorg, om zo bij te dragen aan verbeteringen in patiëntveiligheid en kwaliteit van zorg.
HLUZ.LH is het opleidings-, onderzoeks- en innovatiecentrum van Luz Saúde, een van de grootste particuliere zorgverleners in Portugal, met 30 centra (waaronder 15 particuliere ziekenhuizen, één ziekenhuis van de National Health Service dat wordt geëxploiteerd onder een publiek-privaat partnerschapsprogramma, 12 particuliere poliklinieken en twee bejaardenhuizen). HLUZ.LH zal als het innovatiecentrum van de Luz Saúde Group, bijdragen aan het succes van de Resilience studie door de samenwerking tussen de verschillende ziekenhuizen en de onderzoekers die betrokken zijn bij deze studie, te ondersteunen. Bovendien heeft HLUZ.LH een team met een sterke achtergrond om de kloof tussen onderzoek en de klinische praktijk te overbruggen. Het team voor klinische studies van HLUZ.LH heeft meer dan 140 klinische onderzoeken gecoördineerd, waaraan meer dan 400 patiënten hebben deelgenomen.
Hospital da Luz Lisboa verbeeldt het gezondheidszorgparadigma van Luz Saúde en brengt een ziekenhuis voor acute zorg en een verzorgingscentrum samen in een geïntegreerd gezondheidszorgcomplex.
Hospital da Luz Lisboa biedt onderdak aan alle medische en chirurgische specialismen, georganiseerd in diverse multidisciplinaire teams van top niveau. Dit draagt bij aan een volledige en geïntegreerde benadering van patiënten en aan de kwaliteit van de geleverde gezondheidszorg.
LC, een wereldwijd netwerk van lymfoompatiëntengroepen, werd in 2002 opgericht en in 2010 omgevormd naar naar een non-profitorganisatie. Het belangrijkste doel is om wereldwijd een gelijk speelveld van informatie te creëren en een gemeenschap van organisaties voor lymfoompatiënten te faciliteren, zodat men elkaars inspanningen kan ondersteunen om patiënten met lymfoom de zorg en ondersteuning te bieden die nodig zijn. Daarnaast streeft het LC ernaar om het perspectief van de patiënt te integreren in besluitvorming rond onderzoek en de klinische praktijk. Hun doel is om ervoor te zorgen dat mensen met lymfoom qua behandeling overal ter wereld dezelfde goede uitkomsten behalen. Ze willen dit bereiken door wereldwijd samen te werken en lokale verandering en acties op basis van bewezen onderzoek aan te moedigen.