Het RESILIENCE-project richt zich op een nieuwe methode die ervoor kan zorgen dat chronisch hartfalen minder vaak voor zal komen als gevolg van een behandeling van kanker met chemotherapie.
Volgens de Wereldgezonheidsorganisatie (WHO) zal het aantal nieuwe gevallen van kanker de komende 20 jaar naar verwachting met ongeveer 70% stijgen. De helft van degenen bij wie kanker wordt vastgesteld, zal minstens tien jaar overleven en naar verwachting zal dit overlevingspercentage in de toekomst aanzienlijk toenemen.
Ischemische conditionering op afstand (RIC) is een therapie waarbij de doorbloeding in een bepaald orgaan, bijvoorbeeld een arm, korte tijd onderbroken wordt om daarmee andere organen te beschermen tegen schade.
We werken met op een multidisciplinair consortium, waar verschillende belanghebbenden van dit proces deel van uitmaken, van wetenschappers tot de industrie, en van zorgverleners (artsen en verpleegkundigen) tot patiënten.
MRI van het hart (of cardiale magnetische resonantie, CMR) is een afbeeldingstechniek die werkt zonder straling, en wordt beschouwd als de gouden standaard voor de beoordeling van de anatomie, functie en zelfs weefselsamenstelling van het hart. De RESILIENCE-studie zal CMR gebruiken als de belangrijkste uitkomstmaatmethodologie, en patiënten die aan de studie deelnemen, zullen gedurende de duur van de studie drie MRI scans ondergaan.
Het gaat om een internationale, prospective haalbaarheidsstudie wat betekent dat patienten gedurende een bepaalde tijd gevolgd worden. Daarbij gaat het om een randomiseerd onderzoek met een controlegroep om de werkzaamheid en veiligheid te evalueren van ischemische conditionering op afstand (RIC) bij patiënten met Lymfoom die antracyclines krijgen. Patiënten die ≥5 chemotherapiecycli zullen ondergaan, komen in aanmerking.
Volgens de Wereldgezonheidsorganisatie (WHO) zal het aantal nieuwe gevallen van kanker de komende 20 jaar naar verwachting met ongeveer 70% stijgen. De helft van degenen bij wie kanker wordt vastgesteld, zal minstens tien jaar overleven en naar verwachting zal dit overlevingspercentage in de toekomst aanzienlijk toenemen.
Aanzienlijke vooruitgang in kankertherapie heeft het sterfteniveau sterk verminderd, waarbij niet-kwaadaardige andere aandoeningen bepalend zijn geworden van de kwaliteit van leven (QOL) en de algehele overleving op lange termijn. Hart- en vaatziekten leveren een belangrijke bijdrage aan de algemene vatbaarheid voor ziektes en sterfte bij overlevenden van kanker. Hartziekten en kanker delen gemeenschappelijke risicofactoren in de bejaarde bevolking en zijn verder verbonden door schadelijke effecten op het cardiovasculaire systeemeffecten van de hedendaagse kankerbehandeling.
Van de 4 miljoen nieuwe kankergevallen die jaarlijks in Europa worden gediagnosticeerd, krijgen >3 miljoen antracyclines (alleen of in combinatie). Uit zeer recente gegevens blijkt dat >35% van de patiënten die antracyclines krijgen, enige vorm van hartschade zal ontwikkelen. Belangrijker is dat 6% van alle patiënten die antracyclines krijgen (200.000 patiënten per jaar in Europa) matige tot ernstige hartschade zal ontwikkelen. Dit laatste komt overeen met ernstig chronisch hartfalen, dat gepaard gaat met een enorme persoonlijke en maatschappelijke belasting. De prevalentie van chronisch hartfalen in Europa, secundair aan kankertherapie-gerelateerde hartschade, is ≈1 miljoen mensen.
Om de last van chronische invaliditeit bij overlevenden van kanker te verminderen, is er een dringende behoefte aan het ontwikkelen van interventies die antracycline-geïnduceerde hartschade en daaropvolgend hartfalen kunnen voorkomen.
Naast het gebrek aan therapieën die AIC kunnen voorkomen, is er nog een andere onvervulde klinische behoefte in het veld: de onnauwkeurigheid van de huidige algoritmen om dit proces vroeg te identificeren. De huidige benaderingen zijn gebaseerd op het identificeren van afwijkingen in de pompfunctie van het hart en/of detectie van detectie van circulerende biomarkers van myocardletsel. Wanneer deze methoden echter worden gewijzigd, is het al laat omdat structurele hartschade al aanwezig is. Het RESILIENCE-project zal profiteren van de populatie die deelneemt aan de proef en zal een nieuwe marker valideren op basis van MRI. Sterke experimentele gegevens suggereren dat deze marker is veranderd lang voordat structurele schade aan het hart aanwezig is, wat een nieuw venster op preventieve geneeskunde opent.
Utilizaremos sus datos para atender consultas, enviar comunicaciones y realizar análisis estadísticos. Para más información sobre el tratamiento y sus derechos, consulte la política de privacidad.
We zullen uw gegevens gebruiken om vragen te beantwoorden, berichten te verzenden en statistische analyses uit te voeren. Raadpleeg het privacybeleid voor meer informatie over de behandeling en uw rechten.